Doorgaan naar hoofdcontent

Bodemverontreiniging door kunstgrasvelden

Bodemverontreiniging door kunstgrasvelden

Niet lang geleden was er een enorme ophef over het feit dat kunstgrasvelden schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Verschillende partijen en belangenorganisaties sloegen elkaar met uiteenlopende feiten om de oren. Vooral het rubbergranulaat, waarmee kunstgrasvelden worden ingestrooid, was het middelpunt van de discussie. Dit rubbergranulaat wordt voornamelijk gewonnen uit de recycling van oude autobanden. Volgens experts blijkt dit rubbergranulaat verschillende giftige stoffen te bevatten waaronder de beruchte polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs).

PAKs zijn kankerverwekkend. Na een uitgebreid onderzoek van het RIVM is echter geconstateerd dat de concentratie van PAKS in rubbergranulaat zo laag zijn, dat het risico voor de volksgezondheid praktisch verwaarloosbaar is. Het RIVM onderzoek richtte zich alleen op de gezondheidsrisico’s en niet op de milieuschade door PAKs.

Bodemverontreiniging

Want recentelijk is gebleken dat rond de kunstgrasvelden de omgeving ernstig verontreinigd kan zijn. In Nederland liggen circa 7.000 kunstgrasvelden, waarvan meer dan 90 procent is ingestrooid met het beruchte rubbergranulaat. Eén kunstgrasveld bevat het rubbergranulaat afkomstig uit 20.000 oude autobanden. Naast de PAKs bevat het rubbergranulaat ook zware metalen zoals cadmium, kobalt, lood en zink. Deze zware metalen komen langzaam vrij uit het rubbergranulaat en kunnen, indien het kunstgrasveld onvoldoende is afgeschermd, in de bodem en het grondwater weglekken.

Regelgeving voor rubbergranulaat

Het is verontrustend dat de overheid geen sluitende regelgeving heeft opgesteld over de samenstelling van het rubbergranulaat dat op kunstgrasvelden gebruikt wordt. Immers, dat autobanden zware metalen en andere schadelijke stoffen bevatten is algemeen bekend. Na de discussie omtrent de risico’s voor de volksgezondheid heeft het kabinet eind 2016 besloten om deze problematiek bij de bron aan te pakken. De Nederlandse branche voor autobanden reageerde gelijk dat zij al geruime tijd bezig is met het reduceren van de concentraties schadelijke stoffen in autobanden.

Productie rubbergranulaat

De recyclingbranche, die verantwoordelijk is voor de productie van rubbergranulaat is per 1 maart 2017 strengere normen gaan hanteren als het gaat om de hoeveelheid gevaarlijke stoffen in het granulaat. Een discutabel punt hierbij is echter de productnorm die geldt voor het produceren van rubbergranulaat. Deze productnorm beschrijft de hoeveelheid schadelijke stoffen die in het eindproduct aanwezig mag zijn.

Er zijn op dit moment twee productnormen die betrekking hebben op de kwaliteit van het granulaat: de mengselnorm en de consumentennorm. De toegestane concentraties schadelijke stoffen in de mengselnorm concentraties liggen tientallen malen hoger dan bij de consumentennorm. Rubbergranulaat, oorspronkelijk bedoeld voor industrieel gebruik, wordt geproduceerd volgens de mengselnorm. Echter, het RIVM is er een groot voorstander van om een normering te handhaven die dichter in de buurt van de consumentennorm ligt. Hierbij zal de brancheorganisatie Band en Milieu toezicht moeten houden op het handhaven van de normering. Volgens branche voldoet al 98.7 procent van de bestaande kunstgrasvelden aan deze nieuwe normering.

Toekomst

Het feit dat we er nu pas achter zijn gekomen dat de (te) hoge concentraties schadelijke stoffen in het rubbergranulaat schadelijk zijn voor de omgeving, stelt ons voor een ander vraagstuk. De lokale overheden moeten nu de verantwoording ter hand nemen om de bodemkwaliteit en de kwaliteit van het grondwater per kunstgrasveld te beoordelen. Wat nu als blijkt dat een totale bodemsanering noodzakelijk lijkt? Wie gaat er dan opdraaien voor de kosten van deze bodemsanering? Worden de kosten verhaald op de overheid, de producenten van het rubbergranulaat of draaien de sportverenigingen voor de kosten op? Waarom heeft de overheid niet vanaf het begin voorgeschreven dat de bedrijven, die verantwoordelijk zijn voor de aanleg van de kunstgrasvelden, vooraf maatregelen tegen mogelijke verontreinigingen moeten nemen. Hierbij kan men uitstekend gebruik maken van de kennis van onze afvalverwerkers die zeer vooruitstrevende technieken gebruiken om te voorkomen dat zware metalen uit de afvalberg weglekken naar de omliggende omgeving. De zogenaamde ‘inkapseltechnologie’ kan uitstekend toegepast worden bij de aanleg van nieuwe kunstgrasvelden. Hiernaast zijn er ook diverse alternatieven beschikbaar die het rubbergranulaat op de kunstgrasvelden kan vervangen.

Het kabinet heeft aangegeven dat zij veel energie zullen spenderen om de normering voor de kwaliteit van het rubber aan de bron aan te pakken. Hierbij zullen zij zich vooral gaan richten op de producenten van de autobanden. Een groot probleem hierbij is dat deze autoproducenten veelal in het buitenland gevestigd zijn en de productiefaciliteiten van deze bedrijven hoofdzakelijk in Azië liggen. Om de regelgeving voor deze producenten aan te scherpen is Nederland dus afhankelijk van het Europarlement. Om alle belanghebbenden in het Europese parlement achter deze voorstellen te krijgen is een langdurig en complexe opgave. Is het voor Nederland dan niet beter om de normering die geldt voor de kwaliteit van het rubbergranulaat lokaal aan te scherpen. De meeste recyclingbedrijven zijn namelijk in Nederland gevestigd waardoor onze nationale overheid direct haar invloed kan laten gelden door een nieuwe regelgeving op te leggen. In het verleden is Nederland toch al vaker trendsetter geweest binnen de Europese Unie?

Tot slot is er nog een andere belangrijke discussie die we moeten gaan voeren! Hoe is het namelijk gesteld is met de bodemkwaliteit en de kwaliteit van het grondwater op en rond onze autowegen. Als we weten dat autobanden onderhevig zijn aan slijtage, hoe hoog zijn de concentraties van dit rubber residu op deze autowegen? Hoe is het hier gesteld met de aanwezigheid van zware metalen in de bodem en het grondwater? Kortweg de discussie rond de kwaliteit van het rubbergranulaat en de autobanden zal zich nog verder moeten uitbreiden!

Hans Middendorp is consultant Water, Strategie en Ruimtelijke ontwikkeling. Hans adviseert vooral waterschappen, provincies en gemeenten.

Reacties